zaterdag 10 mei 2014

Poëzie

Poëzie heeft veel definities, zoals: een literaire vorm waar dichters gebruik van maken als ze stemmingsbeelden en gevoelens in het algemeen met weinig woorden weergeven. Of: een literaire vorm met een aantal uiterlijke kenmerken, zoals korte, niet doorlopende regels, ruime bladspiegel (manier waarop een blad is ingedeeld), metrum (maat), rijm, enz. Dit zijn vooral abstracte definities van poëzie. Mijn definitie voor poëzie is: een literaire vorm waarin dichters hun gevoelens weergeven door middel van beeldspraak en stijlfiguren. De emotionele betekenis van een gedicht is voor iedereen anders. De een zal het alleen een stel rijmende regels vinden, de ander zal de diepere betekenis snappen. Ik zal een gedicht mooi vinden als ik mezelf erin kan herkennen, wat meestal niet het geval is.

Poëzie is veranderd met de jaren. Zo is er een groot verschil tussen klassieke poëzie uit de Oudheid en poëzie van nu. In de Oudheid rijmde poëzie niet, dat wilden de dichters juist vermijden. Het metrum was wel zeer belangrijk, er moest een bepaald schema van lange en korte lettergrepen in zitten. Met Latijn en Grieks leren wij nu het metrum de dactylische hexameter. Het schema hierbij is lang-kort-kort, waarbij de twee korte lettergrepen een lange lettergreep kan worden. De kunst was om het hele verhaal in hetzelfde metrum te schrijven. De bekendste 'gedichten' uit de Oudheid zijn de Ilias en Odyssee van Homerus.

Ik heb dus al veel te maken gehad met 'gedichten' uit de Oudheid, maar met moderne gedichten kom ik niet vaak in aanraking, eigenlijk alleen bij Nederlands. De gedichten die we tijdens de eerste les hebben behandeld, reken ik allemaal tot de poëzie, ook al rijmen ze niet allemaal. Ze allemaal emotie bevatten, sommige zijn zelfs herinneringen, en dat vind ik het belangrijkst in een gedicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten